De tweede week in Nieuw-Zeeland

Hier weer even een update van onze reis door Nieuw-Zeeland. Ik heb jullie voor het laatst geschreven dat ik in Rotorua zat en dat we daar voor 2 nachten zouden blijven. Dat hebben we ook gedaan en we zijn de eerste dag naar een bureautje gegaan om te kijken wat we nou echt wilden gaan doen en daar hebben we een keuze gemaakt dat we naar de geisers zouden gaan en een parcours op hoogte door de bossen heen.

Zaterdag hebben we dus gekozen voor de geisers. Wij dachten dat dit heel bijzonder zou zijn maar achteraf viel dit een beetje af vergeleken met hoeveel geld we ervoor hadden betaald. Ook het weer had er een grote invloed op want het was regenachtig en fris dus dat was wel jammer. Het was wel interessant om te zien dat er uit verschillende gaten heel veel stoom kwam en opgewarmd water in de lucht spoot. De grootste geiser die er was begon ieder uur water in de lucht te spuiten tot wel 30 meter dus dat was wel leuk om te zien. Door deze rook hing er een vieze lucht in de omgeving. De rook bevat namelijk zwavelgassen. Ook waren er in het park nog kleine modderpoeltjes waar ook luchtbellen uitkwamen. Voor de rest kon je nog zien hoe de Maori’s leefden en in wat voor soort huisjes.

Zondag hebben we het parcours gedaan op hoogte door de bomen. Dit was echt super mooi om te doen. Tussen 2 bomen hing een lange kabel en dan werd je met je controller vastgemaakt aan die kabel en zo vloog je van de ene naar de andere kant. De langste kabel was 220 meter lang dus je kon zo mooi van het uitzicht genieten.

Maandag zijn we doorgereden naar Taupo. Dit was ongeveer 2 uurtje rijden en daar waren de Huka Falls. Dit is een snelstromende rivier en dit was erg indrukwekkend. Daarna zijn we nog een stukje doorgereden om bij een grote stuwdam te gaan kijken en uiteindelijk een motel gezocht om een nachtje te slapen. S’ avonds hebben we lekker de barbecue aan geslingerd en de volgende dag zijn we weer vroeg gaan rijden.

Dinsdag zijn we van Taupo naar Whanganui gereden. Het was een reis van 4,5 uur maar onderweg zijn we een aantal keer gestopt om foto’s te maken en om de benen ff te strekken. Whanganui is een plaats op het Noordereiland aan de westkust. Het stadje zelf was een beetje uitgestorven dus zijn we maar lekker naar het strand gegaan. Dat we terugkwamen hadden we bizarre honger dus hebben we piepers met bloemkool gegeten. Het koken gaat ons steeds beter af de laatste dagen dus dat is weer een meevaller.

Woensdag zijn we naar Wellington gereden, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Daar hebben we een motel geboekt en hebben we daar lekker in de zon gezeten onder het genot van een biertje. Daarna weer eten gekookt en s’ avonds nog een paar biertjes gedaan. Onderweg naar Wellington toe hebben we weer genoeg gezien dus wederom weer een paar keer gestopt.

Donderdag was de dag van de overtocht van het Noordereiland naar het Zuidereiland. We hadden om kwart voor 3 s’ middags de boot maar we moesten daar ruim van tevoren aanwezig zijn dus onze dag was eigenlijk al gebroken. De bootreis duurde precies 3 uur maar het duurde voor je gevoel veel minder lang omdat je heel veel mooie dingen ziet vanaf het water. Om 6 uur stonden we weer met de auto op de kant en we zijn toen direct weer doorgereden omdat we van tevoren al een motel hadden geboekt in Nelson. Hier kwamen we om 8 uur s’ avonds aan en hebben kort daarna het bed maar opgezocht want we waren er dik mee an na zo’n lange dag.

Vrijdag zijn we naar het Abel Tasman National Park gegaan. Jammer genoeg regende het en het stormde maar dat had ook wel weer wat. We zijn met een boot door de baaien gevaren maar we moesten ook sommige gedeeltes over de zee en daar waren de golven echt gigantisch hoog. Dit vonden wij natuurlijk hartstikke mooi. We vonden het jammer dat het avontuur na 2 uurtjes alweer afgelopen was. Daarna hebben we wat gegeten en zijn toen verder gaan rijden richting het zuiden. We hebben ervoor gekozen om in Greymouth te verblijven en daar konden we gelukkig nog op een camping terecht. Voor de rest was alles vol omdat het hier ook vakantie tijd is. We hadden het bijna niet gehaald omdat we bijna zonder peut kwamen te zitten. We dachten dat we het nog wel zouden redden maar onze auto drinkt in de bergen toch iets meer dan in een vlak landschap maar we hadden nipt gehaald bij de pomp.

Zaterdag hebben we 460 km gereden en onderweg hebben we een gletsjer bekeken. Dit was wel mooi om te zien maar we konden er natuurlijk niet op lopen. Dit was wel een wandeling van 2 uur dus we konden zo mooi de benen ff los lopen. Daarna weer lang in de auto gezeten maar omdat de motels vaak vol zitten moesten we doorrijden naar het volgende stadje en dit gaat niet om 5 km maar om 50 tot 100 km. Uiteindelijk zit ik dit verhaaltje te typen vanaf een campinghuisje in Wanaka.

Hierbij heb ik jullie voorlopig weer bijgepraat en jullie horen wel weer de volgende keer.

Groetjes uit het zonnige Nieuw-Zeeland.